De ingrediënten zijn voor een springvorm van ongeveer 24 cm. Voor een kleine springvorm is 2/3 van alle ingrediënten voldoende.
- 375 gram zelfrijzend bakmeel
- 175 gram lichtbruine basterdsuiker
- 225 gram boter
- 1 ei
- Snufje zout
- Geraspte schil van 1 citroen
- 1,2 kg appels, goudrenetten
- 2 beschuiten
- 1 flinke theelepel kaneel
- 1 eetlepel suiker
- 100 gram krenten en rozijnen
- Eventueel 2 eetlepels abrikozenjam
Bereiding
Doe het bakmeel, de basterdsuiker, het ei, het zout en de geraspte schil in een kom. Voeg de boter toe en snijd de boter met twee messen in kleine stukjes. Kneed alles met een koele hand door elkaar tot een soepele deegbal. Wie een KitchenAid in de keuken heeft staan kan deze gebruiken.
Laat het deeg minimaal een uur rusten in de koelkast.
Schil de appelen, snijd ze in vieren en verwijder de klokhuizen en snijd de appelen in schijfjes. Meng de schijfjes met een eetlepel suiker en de kaneel.
Verwarm de oven voor op 180 °C.
Beboter de springvorm, rol 2/3 van het deeg uit tot een platte lap en bekleed de bodem en de randen van de springvorm.
Verkruimel twee beschuiten en bedek de bodem ermee. Leg de helft van de appels in de vorm, dan de krenten en rozijnen en daarna de andere helft van de appels. Druk de appels goed aan zodat de appeltaart niet te veel inzakt na het bakken.
Rol de rest van het deeg uit tot een platte lap en snijd ze in lange reepjes van ongeveer een 1 cm breed. Leg de reepjes zo over de taart dat er een raster ontstaat. Snijd nog hele smalle reepjes van het overgebleven deeg en leg die rondom de rand.
Bak de appeltaart bruin in ongeveer 50 minuten.
Verwarm de jam een klein beetje en bestrijk de appeltaart ermee.