woensdag 2 maart 2016

Tiroolse ziachkiachl

De Tiroolse versie, want er is ook nog een Beierse al is die vast niet heel anders. Vorig jaar vielen mijn zelfgemaakte knödel met pruimenvulling niet in goede smaak. Een nieuwe poging met een Oostenrijkse dessert werd wel gewaardeerd vooral door Dagmar die zelfs de iets te bruingebakken op at. De ziachkiachl smaken een beetje als een donut en met dat bijna gat in het midden kan het zo zijn dat dit de oorsprong van de donut is. Er zijn vast ook Oosterrijkse immigranten in Amerika geweest. Met zijn  xenofobe ideeën kan Donald Trump er één van zijn geweest. 

Ziachkiachl 10 stuks
* 250 gram meel
* snuf zout
* 25 gram suiker
* 20 gram verse gist of theelepel instantgist
* 25 gram boter
* 125 ml melk
* 1 eidooier
* (citroenrasp)
* (lepel rum)

Roer zout door bloem. Maak een kuiltje en verkruimel de gist hierin of roer instant er doorheen. Warm de melk beetje op en giet op de gist zodat deze kan oplossen. Smelt de boter in hetzelfde pannetje en giet erop. Voeg als je dat hebt rum en/of citroenrasp erdoor. Maak er snel een deeg van. Kneed niet te lang want een rijk deeg wordt snel taai. Laar ongeveer een uur rijzen totdat het verdubbeld is in volume. Schep met lepel 10 ballen van het deeg en laat nogmaals rijzen. Warm olie op. Druk met je duim in het midden van het balletje en trek aan zijkanten zodat midden echt dun wordt en buitenkant dikker.
Leg de zachkiachl ondersteboven in de warme olie tot ze bruin zijn, keer ze en bak de onderkant. Schep een beetje olie in het holletje,dat lichter van kleur blijft. Laat uitlekken op papier. Bestrooi met poedersuiker en vul de holletjes traditioneel met preiselbeerern (aalbessen). Als je het deeg zonder suiker maakt , kun je ze hartig serveren met zuurkool. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten