donderdag 26 november 2015

Sardijns menu


Een pakje pane Carasau in de kast en de 2016-familiereis naar Sardinië inspireerden mij afgelopen weekend tot een bijna geheel Sardijns menu voor twee oud-collega’s. Alleen de wijn kwam nog uit Aquileia. De kookboeken ‘Culinair Sardinië’  en ‘Groenterecepten van Italiaanse osteria’s’ kwamen goed van pas.

Als antipasti een geheel andere peperonata met tomaat en basilicum en een artisjokkensalade geserveerd met pane carasau. Ik liet dit flinterdunne brood, ook wel muziekblad - carta da musica - genoemd, heel even weken in water en besmeerde het daarna met een beetje olijfolie. Het brood bevat niet veel vocht is daardoor lang houdbaar. Herders namen het vroeger mee op hun lange tochten met hun kuddes. Bak het brood lichtbruin en knapperig in de oven.

Als eerste primo een klein kopje erwtensoep met ricotta en als tweede primo ravioli met de laatste snijbiet uit de moestuin en pecorino sardo. De secondo bestond uit een nieuw recept van courgettebeignets en een honing-venkelsalade. Ik vergat foto’s te maken dus die beignets moet ik nog eens maken voor dit blog. Als dolci een Sardijnse ricottataart die origineel gemaakt wordt met een typisch Sardijns drankje, filu 'e ferru te vervangen door grappa. Recepten voor ricottataarten zijn er genoeg maar dit recept is toch weer anders en heeft een prachtige gele kleur door de saffraan. Vanzelfsprekend wel ruim tevoren maken zodat de smaken kunnen intrekken.

Sardijnse ricottataart

Ingrediënten
1 bakje ricotta (250 gram)
150 gram suiker
1 zakje saffraan
3 eieren
150 bloem
1 sinaasappel
½ borrelglaasje grappa (of filu ‘e ferru)
1 zakje vanillesuiker (of vanillepoeder of suiker uit de pot met de vanillestokjes)
½  zakje bakpoeder
50 ml melk

Bereiding
  1. Verwarm de oven op 180°C.
  2. Vet een kleine springvorm in met boter en schud bestuif de vorm met wat bloem.
  3. Meng de ricotta met de suiker en de saffraan, net zolang totdat een klontvrij, homogeen mengsel ontstaat.
  4. Scheid de eiwitten van de dooiers.
  5. Voeg de eidooiers toe aan het ricottamengsel en blijf kloppen.
  6. Voeg met behulp van een zeef beetje bij beetje de bloem toe.
  7. Rasp de schil van de sinaasappel en voeg deze toe.
  8. Pers het sap uit en voeg dit met hele kleine scheutjes toe.
  9. Voeg ten slotte de grappa en de vanillesuiker toe.
  10. Los de bakpoeder op in de melk, heel even laten staan totdat het begint te schuimen en dan door het ricottamengsel roeren.
  11. Mix de eiwitten stijf en schep ze voorzichtig met een houten lepel door het ricottamengsel.
  12. Giet het mengsel in de vorm en bak de taart in ongeveer 45 totdat de korst goudbruin is.
  13. Controleer de gaarheid met een satéprikker.
  14. Laat de taart afkoelen en bestrooi hem voor het serveren met een beetje poedersuiker en eventueel wat vanillesuiker. Serveer de taart lauwwarm of op kamertemperatuur.
Bron: Culinair Sardinië

zondag 15 november 2015

Aardpeer


Hardloopster Nick kwam afgelopen woensdag met een zak vol aardperen naar de training in het Flevopark. Tijdens de koffie werden de aardperen verdeeld en werd er gezocht naar recepten. Niemand die dit eerder gegeten had. Een vergeten groente dus. Ik koos ervoor om vandaag de geroosterde aardpeer met rode ui en rozemarijn te proberen. Een aardpeersoep viel wat tegen maar dit recept van AH is wel een aanrader. Lekker met zelfgemaakte appelmoes uit Leeuwarden. Meer ideeën zijn te vinden op deze site.
Aardpeer wordt ook wel topinamboer of Jeruzalem-artisjok genoemd. Het zijn grillig gevormde knollen. Je moet ze grondig wassen en boenen (foto 2) en daarna eventueel een beetje schillen met een dunschiller. Snijd ze in stukken net als 2 rode uien en meng ze met wat zout, olijfolie, takjes rozemarijn en een flink aantal tenen knoflook (foto 3). Na ongeveer 30-45 minuten in een voorverwarmde oven van 200°C zijn ze ietwat knapperig, toch zacht en een beetje zoet (foto 4).
Ik heb nog een klein knolletje over en die gaat in een pot met aarde zodat ik volgend jaar mijn eigen aardperen heb. Ik was al gewaarschuwd, ze kunnen twee meter hoog worden, maar anders is dit nog een leuk artikel. 




woensdag 4 november 2015

Peperoni



Groente of fruit? Zoonlief eet dagelijks een fruithap met banaan bij het ontbijt en laat zich een appel graag aanreiken. Zelf kom ik niet veel verder dan geperste sinaasappelen in de winter. Toen we in de herfstvakantie de neefjes te logeren hadden was er één van het fruit en één van de groente. Compensatie voor de vitamines is dan nodig, bijvoorbeeld met paprika bij de couscous  of in een salade bij de patat.
Maar nog lekkerder zijn paprika’s als ze gestoofd worden zoals in het Peperoni-recept van Gennaro. Deze zoetzure paprika’s zijn een aantal dagen houdbaar in de koelkast en lekker als bijgerecht of samen met wat kleine kaasblokjes en bruine bonen als lunchsalade.
Ingrediënten
  • 4-5 paprika’s (rood en geel, maar een groene erbij kan ook)
  • olijfolie
  • 3 teentjes knoflook
  • 1 flinke eetlepel kappertjes
  • 1,5 eetlepel suiker
  • 6 eetlepels witte wijnazijn
  • zout en peper
Bereiding
Maak de paprika’s schoon en snijd ze in reepjes.
Verhit een flinke scheut olijfolie in een braadpan en bak de reepjes paprika’s op middelhoog vuur enkele minuten totdat ze lichtbruin worden of al wat zachter.
Snijd de knoflookteentjes in dunne plakjes en voeg ze toe.
Roer de kappertjes erdoor en daarna de suiker.
Voeg de azijn toe en laat hem verdampen.
Zet het vuur lager en leg een deksel op de pan.
Laat de paprika’s nog minimaal 10 minuten zachtjes stoven.
Breng op smaak met zout en versgemalen peper.

Bron: Gennaro’s favoriete Italiaanse familierecepten.